Dyslexie
Een logopedist levert een bijdrage aan het voorkomen van lees- en spellingsproblemen en/of het verminderen van de gevolgen van lees- en spellingsproblemen. Een logopedist heeft verstand van spraak- en taalstoornissen en van de fonologische ontwikkeling. Problemen op die gebieden zijn risicofactoren voor dyslexie. Veel kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) ontwikkelen op latere leeftijd dyslexie.
De logopedist is vaak al in een vroeg stadium betrokken bij kinderen met lees- en spellingsproblemen. Er is op dat moment vaak alleen nog sprake van risicofactoren en opvallendheden in de vroege ontwikkeling van het leren lezen, meestal vanaf groep 2. Het is belangrijk dit al vroeg adequaat te begeleiden om de problemen in latere leerjaren zo klein mogelijk te houden. De vroege begeleiding vanaf groep 2 noemen we voorschottraining.
Er zijn vier typen taalleerproblemen te onderscheiden die ten grondslag liggen aan moeite met lezen, spellen en rekenen:
Wat doet de logopedist?
De logopedist is vaak al in een vroeg stadium betrokken bij kinderen met lees- en spellingsproblemen. Er is op dat moment vaak alleen nog sprake van risicofactoren en opvallendheden in de vroege ontwikkeling van het leren lezen, meestal vanaf groep 2. Het is belangrijk dit al vroeg adequaat te begeleiden om de problemen in latere leerjaren zo klein mogelijk te houden. De vroege begeleiding vanaf groep 2 noemen we voorschottraining.
Er zijn vier typen taalleerproblemen te onderscheiden die ten grondslag liggen aan moeite met lezen, spellen en rekenen:
- auditieve verwerkingsproblemen;
- spraakproblemen;
- grammaticale problemen;
- problemen met de betekenisverlening.
De volgende signalen kunnen wijzen op dyslexie:
- een achterstand in de taalontwikkeling
- lang problemen houden met correct vervoegen van werkwoorden en verbuigingen;
- woordvindingsproblemen;
- problemen met de inprenting van namen, kleuren, dagen van de week, maanden van het jaar en andere reeksen;
- moeite met het onthouden van versjes en opdrachten;
- onvoldoende ontwikelde auditieve vaardigheden;
- uitspraakproblemen: meerlettergrepige woorden, verwisselingen van spraakklanken
- verkeerde klemtoon leggen; weinig intonatie en melodie;
- verlegen zijn, niet mondig, faalangst
- slechte fijne motoriek
Wat doet de logopedist?
- stimuleren van de taalontwikkeling; taalbegrip, woordenschat, woordvorming, zinsbouw, vertellen, pragmatische vaardigheden;
- auditieve vaardigheden en luistertraining; oefenen in het onderscheiden, herkennen, analyseren en synthetiseren van spraakklanken;
- articulatietraining waarbij de letters aan de spraakklanken gekoppeld worden;
- lezen en spelling