Dyspraxie
Dyspraxie is een probleem met het aansturen van de spieren in en rond je mond. Dit wordt ook wel Verbale Dyspraxie genoemd. Je mond beweegt niet zoals jij dat wilt waardoor je mond soms een zoekende beweging maakt en je andere letters uitspreekt dan die je bedoeld hebt. Soms lukt een klank in het ene woord wel maar in het andere woord niet. Naast dan spreken een probleem kan zijn, kan het zijn dat je problemen hebt met eten, drinken, blazen en zuigen.
Soms heb je niet alleen problemen met het aansturen van de spieren in en rond je mond, maar uit dyspraxie zich in het hele lijf. Alle motorische handelingen kunnen dan problemen geven. Kruipen, lopen, fietsen, aankleden, iets pakken, tanden poetsen etc. Bij oefentherapie kan je kind strategieen leren en vaardigheden zich eigen maken. Ook volwassenen kunnen nog problemen ervaren door dyspraxie. Een andere term voor dyspraxie is DCD (developmental coordination disorder).
Dyspraxie geeft problemen in de communicatie doordat je kind zich onvoldoende verstaanbaar kan maken voor de omgeving.
De logopedist:
- onderzoekt de spraak en de mondmotoriek
- observeert eten en drinken
- verwijst door als er verdere diagnostiek nodig is
- leert je kind de spraakbewegingen aan te sturen
- begeleidt ouders/verzorges
De duur en de resultaten van de logopedische therapie zijn afhankelijk van het type en de ernst van de uitspraakproblemen. De therapie kan al op zeer jonge leeftijd (2 รก 3 jaar) starten.
Soms heb je niet alleen problemen met het aansturen van de spieren in en rond je mond, maar uit dyspraxie zich in het hele lijf. Alle motorische handelingen kunnen dan problemen geven. Kruipen, lopen, fietsen, aankleden, iets pakken, tanden poetsen etc. Bij oefentherapie kan je kind strategieen leren en vaardigheden zich eigen maken. Ook volwassenen kunnen nog problemen ervaren door dyspraxie. Een andere term voor dyspraxie is DCD (developmental coordination disorder).
Dyspraxie geeft problemen in de communicatie doordat je kind zich onvoldoende verstaanbaar kan maken voor de omgeving.
De logopedist:
- onderzoekt de spraak en de mondmotoriek
- observeert eten en drinken
- verwijst door als er verdere diagnostiek nodig is
- leert je kind de spraakbewegingen aan te sturen
- begeleidt ouders/verzorges
De duur en de resultaten van de logopedische therapie zijn afhankelijk van het type en de ernst van de uitspraakproblemen. De therapie kan al op zeer jonge leeftijd (2 รก 3 jaar) starten.